zaterdag 24 oktober 2009

IJslandverslag deel 3

Vrijdag 7 augustus.

Om 10u werden we terug aan de garage verwacht, dus al onze wakkere uren daarvoor gebruikten we om de tent af te breken en ons gerief in de auto een beetje op te ruimen, al hadden we dat de avond voordien ook al gedaan. Om iets voor 10 vertrokken we dus met open ramen (de verwarming in de auto stond vollen bak om de motor niet weer te oververhitten) naar de garage... en de kerel die we nodig hadden bleek er nog niet te zijn. Hij zou er pas zijn binnen... 3 fokking kwartier!!! Wachten dus. Tegen 11u was hij er en konden ze het nieuwe onderdeel in onze bolide steken. Natuurlijk moest de koelvloeistof ook nog aangevuld worden, want die hadden ze de dag voordien allemaal laten weglopen... maar - garage zijnde - ze hadden geen koelvloeistof in voorraad! Het meisje aan de receptie moest dus nog naar de winkel om een bus te gaan kopen. Oh boy. Gelukkig was alles op kosten van de verhuurmaatschappij, want ik was zo al slechtgezind genoeg dat het al middag bleek te zijn tegen dat we weer op weg konden gaan.
Volgende halte: de Goðafoss, oftewel de waterval van de goden, aangezien een tot het christendom bekeerde IJslander er zijn heidense afgodsbeelden in was komen dumpen. You silly man!
Van daar ging het verder richting Mývatn, AKA het muggenmeer (geen last van gehad! de muggen zijn er alleen als het niet waait. not gonna happen!), en Dimmuborgir, een groot lavaveld van allemaal zotte rotsen en vreemd gestolde stenen.
De camping in Reykjahlíð was een heuvelachtige weide aan het meer, en meer nog: het was er zonnig! Extreem zonnig! Meiden in bikini, kerels in bloot bovenlijf, begot. Het was al sinds onze eerste overnachting in Reykjavik geleden dat we hadden gedoucht (ofwel waren er geen douches op de andere campings, ofwel te weinig en dus altijd bezet, waardoor we genoegen namen met een klets water in ons gezicht om wakker te worden), dus nadat we de tent hadden opgezet genoten we van een lange ('t was toch gratis!) warme douche, en schoot ik een korte broek en een t-shirt aan om op ons dekentje aan het meer te gaan liggen relaxen. For about five minutes, tot er grote wolken voor de zon schoven, het begon te waaien, en ik kon kiezen voor De Dood of Lange Broek & Dikke Trui. Bloody weather.
's Avonds besloten we nog een wandelingetje te maken richting Hverfell-vulkaan (okee nee, eigenlijk wilden we er ook nog gewoon OP klimmen) en onderweg een geocache te zoeken.
Vreemd, ik had al veel spectaculaire en speciale dingen gezien op IJsland, maar tijdens ons wandelingetje daar op een onnozel stukje verlaten heide, had ik voor het eerst het gevoel van: ik ben er, ik ben op IJsland. Gewoon stilletjes genieten van dat avondgevoel.
Valentijn liep voor mij. Plots maakt hij een rare beweging, kijkt om naar mij met een blik alsof er net een elf een pijl op een dodelijke plaats in zijn lijf heeft geschoten, en zakt op de grond. What the? Is er iets mis met mijn ogen en zie ik die afgrond niet waar hij bijna was ingesukkeld? Dit is toch maar heide, of loopt hij op iets anders? Ik zag mij al naast hem neerzakken op de grond, zijn hoofd (met zijn lijf er aan, danku zeer) op mijn schoot leggen, hij brabbelt nog "de sleutel... ligt... aaahhhh.......". Drama ontstaat op een paar seconden.
Anyway! Hij had dus blijkbaar op een onnozel hompje heide zijn enkel verstuikt, en die was al helemaal dik en blauw geworden. Terug naar de camping dus. Ik zou bleitend strompelen en wachten op de seaking-helikopter, maar hij ging al mankend nog altijd rapper dan mij. Ik mocht zelfs zijn cameratas niet dragen, for god's sake, wat heb je eigenlijk aan mij in noodsituaties?
Een zak ijs gaan halen aan de receptie, dat kan ik. En mee toekijken hoe de voet verkleurt. En mijn lief volgieten met pijnstillers. Die dag was wel over and out, na het auto-voorval en de verstuikte voet zagen we onze reis een beetje in het water vallen. Niet letterlijk, jeezes, dat zou er nog moeten bijkomen... we zouden afwachten tot de volgende dag en onze planning weer een beetje omgooien.

Zaterdag 8 augustus.
Wie gaat slapen met een paarse voet wordt doorgaans ook weer wakker met een paarse voet.
Het was de bedoeling om een paar dagen aan Mývatn te kamperen en wat wandelingen in de buurt te doen, en daarna verder te rijden naar Ásbyrgi en onderweg in Húsavík te gaan whale-watchen. Wandelen ging die dag niet, en de vulkaan beklimmen werd al helemaal geschrapt, dus gingen we die dag al naar Húsavík en zijn walvissen.
Valentijn had iets gepakt tegen zeeziekte, ik niet natuurlijk, want ik kan daar gelegans tegen! Behalve als ik migraine heb en efkes - ja, maar enkele seconden - een foldertje lees op een boot. Mensen, I warn you, lezen op om het even welk bewegend vehicel is ongezond. We waren nog maar juist vertrokken en ik werd al mottig. Proberen om er niet op te letten dus, en anderhalf uur (van de haven naar de baai waar er normaal veel te spotten valt) naar de horizon staren. We hadden geen chance. Stomme baai, daar was geen beest te zien! Alleen een papegaaiduiker - eindelijk! - die in de verte lag te dobberen. De boot keerde dus al op 't gemak terug, en toen... plots! Op 11 o'clock, blue whales! Het was heel zeldzaam dat er daar blauwe vinvissen zaten in augustus, en ook al was het maar van ver, iedereen staarde gefascineerd naar de ruggen en staarten van moeder en jong die boven water kwamen en weer verdwenen. Echt sjiek. Ik heb een blauwe vinvis gezien, joepiejee! Toen de boot na deze achtervolging écht wel terug moest naar de haven, kwamen er ook nog dolfijnen rond ons zwemmen... de migraine was al weg, ik was ondertussen gewoon misselijk van opwinding. ;-)

's Avonds gingen we nog naar 'the blue lagoon van het noorden' (Mývatn natural baths).
Opgepast, niet voor verlegen seuten! Valentijn mij maar voorhouden dat IJsland ondertussen ook gemoderniseerd is en voorzien op de preutse rest van Europa... not! Geen aparte kleedhokjes maar gewoon een grote kleedkamer zoals in een sporthal, vol blote IJslandse vrouwen, (mannen en vrouwen waren wel gescheiden... en ik liep na afloop per ongeluk het mannen'kot' binnen omdat ik m'n handdoek vergeten was, bahaha!) en twee zich ongemakkelijk voelende exemplaren (ja had ik chance dat er daar ook een Hollandse rondliep).
Als ik niet op mijn gemak ben wegens Gedwongen Naaktheid kan ik achteraf dus ook niet optimaal genieten van een lekker warm, melkwit badje met een IJslandse zonsondergang op de achtergrond. Plus ik had een veel te grote superzoute slok water binnengekregen. Plus ik was kopje onder gedoken en het zout had mijn bril zowat helemaal weggevreten. Onder andere omstandigheden was het veel leuker geweest... jammer.

P.S.: IJslanders gaan naar natural baths zoals Belgen op café gaan... ze zaten daar allemaal vrolijk met een biertje in 't water. :-)


... to be continued...

zaterdag 3 oktober 2009

IJslandverslag deel 2

Donderdag 6 augustus.
Vol goede moed vertrokken wij rond 10u30 in Blönduós richting Akureyri, wisten wij veel wat voor onheil ons nog te wachten stond! Na een paar kilometer begon onze Jeep namelijk tuut-tuut te zeggen, en vertelde een rood lichtje ons dat de motor oververhit was. No panikare, wij zetten ons langs de kant van de weg, wat we sowieso al van plan waren om onze eerste geocache te zoeken (en vinden). Na een kwartiertje vertrokken we weer maar na een kilometer ofzo was dat rode lichtje er weer. Miljaar! Weer aan de kant van de weg gaan staan dus. Effe laten afkoelen. Weer vertrekken. Een kilometer rijden. TUUT-TUUT-TUUT! We're screwed, dacht ik, toen we ons op een paadje naast de baan parkeerden, in the middle of nowhere. Ik zou sterven in IJsland!!! Tenzij iemand van de boerderij aan de overkant van de baan ons tijdig zou vinden, achja, klein detail...
Anyway, Valentijn belde naar de jeepverhuurcentrale om het probleem uit te leggen, de gast aan de telefoon moest de kwestie daar even bespreken en zou ons binnen een kwartiertje terugbellen. Wachten dus, tot de gsm weer lawaai maakte. Er zou een takelwagen komen vanuit Akureyri, dat kon toch wel anderhalf uur duren tegen dat die er was, dan zou die ons naar Akureyri meenemen, dus nog anderhalf uur, en daar zouden ze in de garage de auto bekijken. Allright. We stonden daar al zo lang te koekeloeren, dus visten we brood en beleg uit de koffer, aten we, strekten we onze benen, smeten we steentjes in de rivier om onze woede te bekoelen en ook wel uit pure verveling, waaiden we (okee nee, ik) bijna weg, kropen we terug in de auto, staarden we naar de weg. En rekende ik. Nog 3u wachten tot we in Akureyri zijn, shit, ik heb net een halve liter fruitsap binnengekapt, ik kan dat geen 3u meer ophouden. Op het erf van de boerderij aan de overkant hadden we al een auto zien rondrijden.
Wat is wc nu weer in 't IJslands? Snyrting, okee...
Weer een dubbele laag truien aantrekken dus, nog een jas ook, misschien ook best handschoenen... toen ik de extreem lange oprit naar de boerderij opliep, kwam er vanaf het erf een jeep aangereden, met daarin de boerin en haar tienerzoon die Engels sprak, dus snyrting had ik niet nodig. Ze vertrokken juist naar... gohja... (één van die paar dingen naar waar je kan vertrekken als IJslander, wellicht...) en er was niemand meer op de boerderij, maar de staldeur was los en daar was een toilet. Ik zei dus takk (het enige IJslandse woord dat ik wel uit m'n mouw kan schudden zonder eerst heel hard te moeten nadenken over de tientallen mogelijkheden van de uitspraak van een bepaalde letter), ging naar het toilet en ging opgelucht weer in de auto zitten wachten.

Vele jaren later, zo leek het althans, arriveerde de takelwagen en reden we naar Akureyri... hobbelhobbel on the road, en met z'n drietjes naast mekaar op de bank moest ik ervoor zorgen dat ik niet tegen de schouder van de chauffeur in slaap viel. EINDELIJK kwamen we aan in Akureyri... alwaar we nog een uur ofzo in de garage wachtten terwijl er af en toe een slome ouwe IJslander aan de auto kwam sleutelen, maar waar ik mij het grootste deel van de tijd afvroeg of ze ons niet gewoonweg vergeten waren. Soit, de ventilator van de motor bleek kapot, en aangezien ze daar geen vervangstuk hadden liggen, moesten ze dat laten overkomen van Reykjavik, maar dat zou pas de volgende morgen arriveren.
Gelukkig heeft Akureyri, de tweede grootste stad van IJsland, een camping! Daar belandde ik al even mokkend als de kwaaie lesbo. Een dag van onze reis verloren, en bovendien was onze Belgische chocolade ook nog eens op. En dan die eeuwige wind, en kou! In strips zouden er nu allemaal leestekentjes staan met een doodskop en !!!!!!!!!
Valentijn was tijdens zijn vorige reis al in Akureyri in de botanische tuin geweest, en die stelde niet zo heel veel voor, zei hij, maar we konden er toch eens naartoe gaan aangezien dat zowat het enige was wat er te doen viel. Niet zo heel veel voorstellen? Ja mijn gat!
Er stonden voor het grootste deel bloemen en planten die je hier ook hebt, maar allemaal in volle bloei, en prachtig gecombineerd qua kleuren en soorten! Ik had al ideetjes voor onze tuin, maar die botanische tuin bracht mij toch een eureka!-moment. En mijn boze hoofd kwam weer helemaal tot rust... Ik had zin om weer naar huis te gaan en de tuin onder handen te nemen, it's not like I had anything else to do.
We maakten kennis met paddo-kat, zagen een pittoresk kerkje, keerden terug naar de camping om aan het avondeten te beginnen, doopten sojabrokken ( en de dagen nadien ook mekaar en zowat elke berg) om tot 'brekkies', lagen een beetje op ons dekentje... and that's about it. Een Italiaanse kerel probeerde mij nog binnen te draaien en een paar Fransen vonden onze tent excellent, dat vond ik wel genoeg internationaliteit voor één dag, dus gingen we slapen...


Zo'n lang stuk schrijven over één saaie dag, ik vind dat perfect kunnen!

... to be continued...